Hoop doet ondernemen
“Slimme bedrijven zijn voorbereid op magere jaren”
De economische malaise – van een recessie sensu stricto is alsnog geen sprake – heeft ondanks al het menselijke en maatschappelijke leed, de verdienste dat we een aantal ‘too big to fail’-zekerheden in vraag durven stellen. Ze heeft ons overtuigd dat ondernemingen en bij uitbreiding ons land, zich sterker dan ooit moeten wapenen tegen steeds meer onvoorspelbare schokken van buitenaf. Hoe begin je daaraan?
We vroegen het aan:
- Pieter Timmermans, CEO VBO FEB (www.vbo.be)
- Peter Van Laer, CEO BDO Belgium (www.bdo.be)
- Nadia Jansen, CEO Group Jansen (www.groupjansen.com)
Al sinds 2008 verkeren we in een soort ‘permacrisis’ of een langere periode van instabiliteit en onzekerheid. Maar vandaag staan alle indicatoren meer dan roodgloeiend! Is de recessie in zicht?
Pieter: “We moeten een onderscheid maken tussen het macro- en het micro-economisch verhaal. Op macroniveau krijgt ondernemend België drie schokken te verwerken: de explosie van de gas- en elektriciteitsprijzen zal de Belgische bedrijven ongeveer 25 miljard EUR extra kosten. De loonkostenstijging (tussen midden 2021 en midden 2023) doet daar nog eens 25 tot 30 miljard EUR bovenop. Ten derde wakkert de aanhoudende inflatie de loon-prijsspiraal aan waardoor de loonkosten voor de bedrijven verder zullen ontsporen. Micro-economisch zijn er natuurlijk bedrijven die schokbestendiger zijn en het zelfs goed doen.”
Peter: “Het spectrum heeft twee kanten, met verliezers enerzijds en winnaars anderzijds. Energie- of arbeidsintensieve bedrijven krijgen harde klappen. Daarnaast spelen echter nog andere factoren, zoals de grondstoffen- of componententoevoer, waar je zelfs als performant bedrijf moeilijk greep op krijgt. Je voorraadbeheer mag dan wel top zijn, als die ene broodnodige chip niet wordt geleverd, stokt het hele productie- en verkoopproces. En dat maakt bedrijven zonder brede financiële reserves bijzonder kwetsbaar. Je wapenen tegen dat soort ontwrichtingen vergt creativiteit van een ander soort kaliber.”
Pieter: “Feit is dat door de scherpe daling van de rendabiliteit en competitiviteit bedrijven geneigd zijn hun geplande investeringen terug te schroeven en cashflowbuffers op te bouwen, behalve dan investeringen in duurzame energiebronnen of energie-efficiëntie en innovatie (zie grafiek). Dat hoeft geen groot probleem te zijn zolang die vertraging van korte duur is. Volgens onze analyse (lees de inzet ‘Hoe kijken de sectoren naar de toekomst?’) zal die neerwaartse investeringstendens in de komende maanden nog aan kracht winnen wat onvermijdelijk zal leiden tot een macro-economische groeivertraging.”
Ook Group Jansen stelde investeringen in een nieuwe productiehal uit vanwege de exploderende bouwkosten?
Nadia: “Klopt. Vorige zomer hebben we, op het moment dat er geen enkele zekerheid meer kon worden gegeven op budget of planning, een investering even on hold gezet. En dat deden er wel meerderen. Ondertussen merken we dat die trend is gekeerd en dat, net als bij ons, de investeringsbeslissingen opnieuw op de agenda staan. Dat positief nieuws mag meer worden gemeld, want als ondernemers mogen we echt niet verdwalen in doemdenken! Vertrouwen geven aan onze medewerkers en aan de markt is belangrijk en werkt positief, ook voor de moraal en het stressniveau. Toch kent het verhaal ook positieve kanten. Investeren in mensen, betrokkenheid, creativiteit … is ook investeren. Het geeft hoop en het ondersteunt de zoektocht naar alternatieve oplossingen, het voedt je innovatievermogen om dingen anders en efficiënter te doen. In tijden van schaarste worden mensen inventiever, creatiever en worden ze wakker geschud. Ik blijf positief denken zonder naïef te zijn.”
Pieter: “Never waste a good crisis. En als dat gepaard gaat met creatieve destructie, dan komen we als economie wellicht sterker uit die crisis. We moeten de malaise aangrijpen om te hervormen en de toekomst voor te bereiden. Maar dat neemt niet weg dat we vandaag toch wel fors aan concurrentiekracht inboeten ten opzichte van onze buurlanden. Trouwens, de overheid mag dan wel een groot deel van de crisisfactuur betalen, uiteindelijk wordt die kost verhaald op iedere Belg. ‘There is no such thing as public money. There is only taxpayers’ money’, sprak wijlen Margaret Thatcher in 1983. De factuur gewoon doorschuiven naar de volgende generatie is not done! Er is dringend nood aan doortastende hervormingen om onze competitiviteit terug op de rails te krijgen. Zoniet offeren we vandaag de langetermijnwelvaart op in naam van behoud van de koopkracht op korte termijn.”
Peter: “Stel je voor dat deze competitiviteitscrisis er was gekomen vóór de coronapandemie. Zouden we dan even creatief hebben gereageerd? Dankzij de gezondheidscrisis – liever geen tweede keer uiteraard – maakten veel bedrijven een kwantumsprong op het vlak van veer- en innovatiekracht. Anders gezegd, een ge¬waar¬schuwd man telt voor twee. Wat verre van betekent dat we sterk genoeg staan. In een loopwedstrijd is het niet van tel hoe snel je zelf loopt, maar wel hoe snel je tegenstanders zijn.”
“We offeren vandaag de langetermijnwelvaart op in naam van behoud van de koopkracht op korte termijn.”
Winnen we te weinig?
Peter: “We winnen uiteraard, maar we laten af en toe ook kansen liggen. Ons land blinkt uit in speerpunttechnologie, maar geeft bij momenten de spreekwoordelijke melkkoe in buitenlandse handen. De Amerikaanse Inflation Reduction Act – die miljarden subsidies geeft aan bedrijven die in de VS produceren of met Amerikaanse onderdelen – stimuleert bedrijven om niet langer hier, maar wel in de States te investeren. Ten nadele van onze eigen toekomstgerichte en duurzame industriële groei. Want eenmaal in het buitenland geïnvesteerd keer je niet snel terug. Gelukkig komt de Europese Commissie nu met een respons onder andere met de Net Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act.”
Pieter: “België beschikt ternauwernood over tastbare rijkdom die het uit de ondergrond, de zee of de lucht kan putten. Onze echte waarde zweeft gemiddeld 1,7 meter boven de begane grond: talent, kennis en creativiteit. Kwaliteiten die we inzetten om aan O&O te doen en waarmee we internationaal aan de top staan. Tegelijk beschikken we over een fiscaal instrumentarium van wereldklasse om ons innovatievermogen op peil te houden. Ik begrijp dan ook niet waarom de overheid dat O&O-fiscaalvriendelijk beleid in vraag stelt. Zo riskeren we niet alleen een braindrain, maar ook dat binnen- en buitenlandse ondernemingen hun Belgische O&O-centra delokaliseren. Waardoor we de innovatiekracht van bestaande en toekomstige economische clusters en ecosystemen ondergraven.”
Nadia: “Het getuigt van weinig creativiteit van de overheid. En vaak ook van een contradictorisch beleid. Aan de ene kant predikt men het ondernemerschap, terwijl men tegelijk wetten en regels stemt die bedrijven wegjagen. Dat soort systeem- of denkfouten moet eruit. Een bedrijf dat het moeilijk heeft, zal hard aan de boom schudden en snoeien om uiteindelijk weer beter te kunnen bloeien. Ons beleid laat de kruin maar uitdeinen en verzwaren.”
Het is als rijden met de handrem op. Is de automatische loonindexering zo’n rem?
Pieter: “Tussen midden 2021 en midden 2023 zal de loutere automatische loonindexering de loonkosten voor alle Belgische bedrijven met ongeveer 18% opdrijven. Toch blijft het systeem iedereen voor een dilemma stellen: weegt het voordeel van de bescherming van de koopkracht op tegen de eenzijdige afwenteling van de kosten op de bedrijven?”
Peter: “Elk procent erbij is een pak geld dat je niet op een jaar terugverdient. Dat betekent minder middelen, minder investeringen, minder innovatie, minder groei … Met als neveneffect dat de loonopslag vandaag de vonk voor het ontslag van morgen kan zijn. Naar de toekomst en zeker bij hoge inflatiecijfers zoals nu, lijkt het toch aangewezen om na te denken over een systeem dat een goed evenwicht zoekt tussen de koopkracht van de medewerkers en de concurrentiekracht van de ondernemingen.”
“De loonopslag vandaag kan de vonk voor het ontslag van morgen zijn.”
De druk op de competitiviteit van de ondernemingen neemt nog toe door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt … Op die manier worden zelfs de groeiperspectieven van bedrijven die minder worden getroffen door de energie- en looncrisis, bedreigd?
Nadia: “Dankzij de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt – de uitstroom overstijgt de instroom nog zeker tot 2030 – vallen er niet meer naakte ontslagen. Het aantal vacatures krimpt wel, maar het tekort aan talent blijft. De loonkostenexplosie heeft het probleem alleen nog scherper gesteld. Bij Jansen proberen we rendabiliteitsverlies te compenseren door bijvoorbeeld nog meer te digitaliseren, efficiënter te werken, te delokaliseren of het principe ‘kosten die je niet maakt, hoef je niet te financieren’ toe te passen.”
Peter: “Andere bedrijven duwen dan weer hooggeschoolde arbeid naar het buitenland. Dat is een onomkeerbare trend. We weten vrij goed hoe de wereldwijde arbeidsmarkt er anno 2030 uit zal zien, waar er tekorten zullen zijn, en waar de overschotten. België zit niet aan de juiste kant van de tafel.”
Nadia: “Terwijl de instroom krimpt, stijgen de lasten op arbeid. Ondernemers moeten zelf creatief uit de hoek komen om aantrekkelijk te zijn en te blijven. Bijvoorbeeld door flexibiliteit aan te bieden, creatieve verloning, opleiding, … door dicht bij onze mensen te staan. Aandacht te hebben voor hun wellbeing. Vandaag bedraagt de gemiddelde anciënniteit van een medewerker jonger dan dertig één jaar! Wij rekruteren vandaag jobhoppers, maar geven ze de kans om binnen onze groep te hoppen. En bovenal, we matchen ons DNA met de waarden van de aanstormende generaties.”
Werknemers moeten zich weinig zorgen maken?
Nadia: “Er blijft een krapte op de markt, maar uiteraard als het moeilijker wordt zullen de minst performante werknemers als eerste in vraag worden gesteld. Geprikkeld door die onzekerheid zal er wellicht een attitudeswitch komen en zal dat hopelijk een positief effect hebben op de werklust.”
Peter: “Bij BDO groeit het aantal boemerangmedewerkers. Het gras was blijkbaar toch niet groener aan de overkant.”
“Een bedrijf dat interessant is om te verkopen, is zeker zo interessant om te houden.”
De grote verdienste van de simultane crisissen die elkaar versterken – het WEF noemt het een polycrisis – is dat we nu meer dan ooit overtuigd zijn dat we ons beter moeten wapenen. Begin er maar aan …
Nadia: “De eerste reflex is reorganiseren, maar daarvoor heb je tijd en centen nodig. En die zijn er in tijden van crisis niet. Ik kan alleen maar voor mezelf spreken, maar toen ik in 2008 de vijf bedrijven van mijn vader kocht, verplichtte de financiële crisis mij om met de bouwgroep radicaal van koers te veranderen. Dat was een keiharde leerschool. Sindsdien ben ik altijd op mijn hoede. Bijvoorbeeld door bewust risico’s te spreiden in markten en activiteiten, in te zetten op niches, toegevoegde waarde te creëren, verticaal te integreren en … door de onderneming verkoopklaar te maken. Want een bedrijf dat interessant is om te verkopen, is zeker zo interessant om te houden.”
Peter: “Spreiden, robuuster maken, redundantie inbouwen, enz. Dat zijn allemaal beproefde recepten die het groeipotentieel op de lange termijn veilig(er)stellen.”
Wanneer komt er licht aan het einde van de tunnel?
Pieter: “De huidige kostentsunami leidt onvermijdelijk tot een groeivertraging die wellicht groter zal zijn dan wat de meeste conjunctuurinstituten vandaag verwachten. Het VBO vreest een recessie die zijn dieptepunt pas zal kennen rond het midden van 2023. Pas tegen eind 2023 kan er zich een voorzichtig conjunctureel herstel aftekenen, op voorwaarde dat de energiebevoorrading zich tegen betaalbare prijzen stabiliseert en er geopolitieke afkoeling komt. Jaargemiddeld zou de Belgische economie in 2023 een krimp kennen met -0,5 tot -1%.”
Peter: “Laat ons hopen dat de Nationale Bank en het Federaal Planbureau gelijk krijgen. Hoop doet ondernemen. We moeten, zoals Nadia al zei, optimistisch blijven. Niet dramatiseren, maar ook niet naïef zijn.”
Pieter: “De voorspellingen van onze experten steunen op onderzoeken bij bedrijven en zijn de jongste jaren telkens accurater dan die van de officiële instanties. Momenteel laat men jammer genoeg betijen. Vroeg of laat zal de regering toch moeten ingrijpen, en hoe langer ze wacht, hoe pijnlijker en asocialer het wordt. In het verleden hebben de bedrijven zich altijd veerkrachtig getoond. Ik heb het volste vertrouwen dat ze dat opnieuw zullen doen. Maar ook veerkracht kent grenzen …”
Hoe kijken de sectoren naar de toekomst?
Twee keer per jaar bevraagt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zijn sectorfederaties om de economische temperatuur op te meten. Op basis van die enquête (november 2022) maakt het de balans op van de Belgische economische situatie en van de vooruitzichten voor het komende halfjaar. Wat zijn de bevindingen?
Om die redenen alleen al is er volgens Pieter Timmermans “nood aan een doortastend competitiviteitspact, een monitoring van de Belgische concurrentiehandicap en een structurele lastenverlaging van de patronale bijdragen”.
Download de VBO-analyse ‘Focus Conjunctuur. Kostentsunami komt aan land. Competitiviteit kopje onder’.