Do’s-and-don’ts van de groepsbijdrageregeling of fiscale consolidatie
Het zgn. Zomerakkoord van 2017 over de hervorming van de vennootschapsbelasting voerde de groepsbijdrageregeling in. Daarmee kent de Belgische wetgeving nu ook een systeem van fiscale consolidatie, weliswaar in beperkte vorm.
Auteur: Mady Francken, Senior Advisor BDO Tax
Winst overdragen
In de groepsbijdrageregeling staat het principe centraal dat een winstgevende vennootschap binnen een groep (een deel van) haar winsten kan overdragen aan een andere groepsvennootschap die in datzelfde aanslagjaar verliezen leed. De overgedragen winst wordt aangeduid als ‘de groepsbijdrage’. Die groepsbijdrage mag de winstgevende (overdragende) vennootschap in mindering brengen van haar belastbaar resultaat, terwijl de verlieslatende (ontvangende) vennootschap de ontvangen groepsbijdrage opneemt in haar belastbaar resultaat. Finaliteit? De winstgevende vennootschap betaalt minder vennootschapsbelasting terwijl de verlieslatende vennootschap geen of minder verliezen overdraagt naar een volgend boekjaar. Let wel, de groepsbijdrageregeling laat enkel compensatie toe met fiscale verliezen van het belastbaar tijdperk waarvoor de groepsbijdrageovereenkomst (lees ook het kader) is gesloten.
“De groepsbijdrage levert geen besparing op voor de winstgevende vennootschap.”
Tegenprestatie
Als tegenprestatie voor de groepsbijdrage moet de winstgevende vennootschap een vergoeding betalen – een loutere boeking als schuld zonder effectieve betaling is onvoldoende – aan de verlieslatende vennootschap. Die vergoeding is gelijk aan het bedrag dat de winstgevende vennootschap aan belastingen uitspaarde dankzij de groepsbijdrage. Anders gezegd, de groepsbijdrage levert geen besparing op voor de winstgevende vennootschap. Het grote voordeel van de groepsbijdrage gebeurt echter op groepsniveau. Het bedrag dat wordt uitgespaard aan belastingen blijft immers behouden binnen de groep – de verlieslatende vennootschap van de groep ontvangt de vergoeding – en vloeit dus niet weg naar de belastingadministratie.
Beperkte consolidatie
Verbonden vennootschappen kunnen, in tegenstelling tot een volledige fiscale consolidatie, niet één aangifte indienen om als één vennootschap te worden belast. De groepsbijdrageregeling creëert enkel de mogelijkheid om belastbare materie te verschuiven tussen vennootschappen binnen de groep. De vennootschappen blijven fiscaal dus afzonderlijke vennootschappen die een eigen aangifte indienen en apart worden belast.
Wie wel, wie niet?
Enkel verbonden vennootschappen komen in aanmerking voor de groepsbijdrage. Dat zijn vennootschappen of inrichtingen die gedurende een onafgebroken periode van vijf jaar beschouwd worden als moeder- en dochtervennootschappen of als zustervennootschappen met een deelnemingsvereiste van minstens 90%.
Zowel binnenlandse als buitenlandse vennootschappen, alsook de Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen gelegen in de Europese Economische Ruimte (EER) komen in aanmerking voor de groepsbijdrageregeling. Toch voerde de wetgever een aantal belangrijke beperkingen en uitzonderingen op deze regel in:
“De groepsbijdrageregeling is van toepassing vanaf aanslagjaar 2020.”
Inwerkingtreding
De groepsbijdrageregeling is van toepassing vanaf aanslagjaar 2020, mits verbonden aan een boekjaar dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2019. Met andere woorden, vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren, kunnen vanaf 1 januari 2019 hun winsten en verliezen met elkaar compenseren.
Aangifte doen
De winstgevende vennootschap moet de groepsbijdrageovereenkomst (formulier 275 CTIG) toevoegen bij de aangifte van de vennootschapsbelasting om de aftrek van de groepsbijdrage te kunnen krijgen. Willen vennootschappen gedurende meerdere opeenvolgende aanslagjaren de groepsbijdrage toepassen, dan moeten ze voor elk aanslagjaar een nieuwe overeenkomst afsluiten die aan voormelde voorwaarden voldoet. Het is niet relevant of de betrokken vennootschappen een gelijklopend boekjaar hebben. Er is enkel vereist dat de groepsbijdrageovereenkomst betrekking heeft op eenzelfde aanslagjaar. Wanneer de overeenkomst precies moet worden afgesloten, wordt niet bepaald in de wet. Logischerwijze zal dat altijd moeten gebeuren voor één van beide vennootschappen de aangifte voor de vennootschapsbelasting indient.
“Enkel verbonden vennootschappen (in binnen- en buitenland) komen in aanmerking voor de groepsbijdrage.”
Vragen over de toepassing van de groepsbijdrageregeling? Zoek je hulp bij de analyse van je situatie? Aarzel niet om de specialisten van ons ‘Tax’-team te contacteren: tax@bdo.be.