Programmawet telt zeven nieuwe fiscale maatregelen

De federale regering keurde op 20 december 2020 de programmawet goed. En tegelijk zeven nieuwe fiscale maatregelen. De maatregelen zijn van toepassing sinds 1 januari 2021. Een aantal hebben al uitwerking in 2020. Een overzicht.

Auteur: Delphine Vanassche, Senior Manager BDO Tax

1 Gezinsfiscaliteit

Vandaag geven de kosten voor kinderopvang voor kinderen tot 12 jaar (of 18 jaar voor kinderen met een zware handicap) recht op een belastingvermindering van maximum 11,20 EUR per dag. Voor alleenstaanden kan die vermindering worden uitgebreid tot 30% (afhankelijk van het inkomen). Het maximumbedrag van de belastingvermindering wordt opgetrokken tot 13 EUR voor het inkomstenjaar 2020 en tot 13,70 EUR voor het inkomstenjaar 2021. Ook de leeftijdsgrenzen worden verhoogd naar respectievelijk 14 en 21 jaar. Ten slotte komen vanaf 1 januari 2021 ook de kosten voor professionele thuisopvang van zieke kinderen in aanmerking.

“De fiscale uitgaven worden vier jaar lang niet geïndexeerd.”

De belastingvrije som van de belastingplichtige die een hulpbehoevend familielid ouder dan 65 jaar in huis neemt om voor te zorgen, zal eveneens worden verhoogd tot 4.900 EUR (voor het aanslagjaar 2021). De regering verhoogt weliswaar de toeslag, maar de maatregel wordt voortaan voorbehouden aan mantelzorgers, i.e. de belastingplichtige die een (groot)ouder, broer of zus ten laste hebben die een zekere leeftijd bereikte en zorgbehoevend is.

2 Indexeringsstop fiscale uitgaven

De regering besliste om de indexering van fiscale uitgaven tijdelijk te bevriezen vanaf inkomstenjaar 2020 tot en met 2023. Dat betekent dat voor heel wat belastingverminderingen de bedragen op het niveau blijven van inkomstenjaar 2019.

Voor het inkomstenjaar 2020 wordt de indexeringsstop voor het pensioensparen nog even uitgesteld tot 2021. Zo hebben pensioenspaarders die al het maximale bedrag van 990 EUR hebben gespaard recht op een belastingvermindering van 30%. Dezelfde regel is van toepassing voor een gespaard bedrag van 1.270 EUR met een belastingvermindering van 25%.

3 Hogere accijnzen op tabaksproducten

Om de consumptie van sigaretten en tabak tegen te gaan, besliste de regering om de accijnzen op die producten vanaf 1 januari 2021 te verhogen. Daarmee wil ze het roken ontraden om zo tot een rookvrije generatie te komen.

4 Fiscus kan saldo van bankrekeningen belastingplichtigen raadplegen in het Centraal Aanspreekpunt (CAP)

Het CAP is een databank die de bankrekeningnummers en soorten contracten bevat die door natuurlijke personen en rechtspersonen, al dan niet woonachtig in België, gehouden worden bij financiële instellingen in België. Meer specifiek gaat het over de volgende informatie:

  • de identiteit van de cliënten;

  • de nummers van hun bankrekeningen en de eventuele volmachtdragers van die rekeningen; en

  • de aard van de met de financiële instellingen gesloten contracten.

Sinds 31 december 2020 kan de fiscus zonder verplichte aanvraag in het Centraal Aanspreekpunt (CAP), beheerd door de Nationale Bank van België (NBB), ook het saldo raadplegen van alle bank- en zichtrekeningen én van de geglobaliseerde bedragen van effectenrekeningen en afkoopwaarden van beleggingsverzekeringen van de belastingplichtigen.

5 6% btw afbraak en heropbouw gebouwen

In kader van het economische relanceplan wordt het verlaagd btw-tarief van 6% voor de afbraak van gebouwen en de heropbouw van woningen tijdelijk (van 1 januari 2021 tot 31 december 2022) uitgebreid tot het hele Belgische grondgebied.

Daarnaast wordt ook het materieel toepassingsgebied uitgebreid vanaf 1 januari 2021. Die maatregel maakt een onderscheid tussen drie categorieën:

  • de afbraak en heropbouw van een gebouw door een bouwheer-natuurlijk persoon;

  • de afbraak en heropbouw bestemd voor langdurige verhuur in het kader van het sociaal beleid

  • de leveringen van woningen en bijbehorend terrein (met inbegrip van de vestiging, overdracht of wederoverdracht van zakelijke rechten) door een belastingplichtige die de afbraak en de heropbouw heeft uitgevoerd.

Op die manier genieten ook bouwpromotoren die projecten realiseren met oog op de verkoop vanaf 1 januari 2021 van het voordeeltarief.

Voor elke categorie moet de afbraak en heropbouw gebeuren op hetzelfde kadastraal perceel. Een aantal handelingen wordt echter uitgesloten van het verlaagd tarief. Voorbeelden daarvan zijn de werken in onroerende staat en andere handelingen die geen betrekking hebben op de eigenlijke woning, zoals bebouwingswerkzaamheden, tuinaanleg en oprichten van afsluitingen Of handelingen die betrekking hebben op zwembaden, sauna’s, midgetgolfbanen, tennisterreinen e.d. alsook de reiniging van de woning.

Per categorie moet er ook aantal voorwaarden en formaliteiten worden vervuld. Zo moet het project voor een bouwheer-natuurlijk persoon betrekking hebben op de enige eigen woning met een totaal bewoonbare oppervlakte van maximaal 200 m². Woningen bestemd voor sociale verhuur moeten na uitvoering van de werken door de bouwheer als woning worden verhuurd aan een sociaal verhuurkantoor. Of als woning worden verhuurd in het kader van een door de bouwheer aan een sociaal verhuurkantoor toegekend beheersmandaat van minstens 15 jaar.
De verkoop van woningen door bouwpromotoren aan het verlaagd tarief heeft ofwel betrekking op een woning die door een natuurlijk persoon tot enige eigen woning wordt bestemd ofwel op een woning bestemd voor sociale woningverhuur zoals hierboven aangeduid.

6 Verhoging investeringsaftrek verlengd

De bestaande verhoogde investeringsaftrek voor kmo’s van 8% naar 25%, wordt verlengd tot 31 december 2022. Eveneens wordt, voor de tot 31 december 2021 verkregen of tot stand gebrachte vaste activa, een verlenging van de overdacht voorzien naar de twee volgende belastbare tijdperken.

7 Opleiding werknemers

Om bedrijven te stimuleren om hun werknemers meer opleidingsuren aan te bieden dan het wettelijke minimum, kan de werkgever onder bepaalde voorwaarden een vermindering op de bedrijfsvoorheffing krijgen. Die vermindering bedraagt 11,75% op de maandelijkse bezoldiging van de werknemer. Daarbij wordt een maximumbrutoloon van 3.500 EUR in beschouwing genomen.

Bedrijven die werknemers 10 dagen extra opleiding bieden, krijgen korting op bedrijfsvoorheffing.

De betrokken werknemer moet wel al zes maanden in dienst zijn en de (bijkomende) opleiding, ten laste van de werkgever, moet 10 dagen gedurende een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen betreffen. Voor werknemers van kmo’s en ploeg- en nachtarbeiders gelden soepelere voorwaarden inzake de duur van de opleiding.