Heropstart procedure sociale verkiezingen
Door de COVID-19-crisis waren weinig tot geen werknemers fysiek aanwezig op de werkvloer, waardoor de normale werking in veel ondernemingen ernstig was verstoord. De normale procedure van de sociale verkiezingen verderzetten werd onhaalbaar en dus schortte de Groep van Tien (de toponderhandelaars van werkgevers en vakbonden) de procedure collectief op. Hoe moet het nu verder?
Auteurs: Charlotte Van Braeckel, Junior Consultant, Johannes Pannus, Advisor BDO Social Legal
De Groep van Tien besliste op 17 maart 2020 om de procedure van de sociale verkiezingen collectief op te schorten. Die beslissing werd bevestigd door de wet van 4 mei 2020 over het uitstel van de sociale verkiezingen. Op 22 juli 2020 verscheen vervolgens een Koninklijk Besluit dat stelt dat de sociale verkiezingen dit jaar zullen plaatsvinden tussen 16 en 29 november (in plaats van tussen 11 en 24 mei 2020). De verkiezingsprocedure werd ondertussen hernomen op de nieuwe dag X+36, die viel tussen 23 september en 6 oktober 2020. Voor alle duidelijkheid: dag X is 90 dagen voor de dag van de eigenlijke verkiezingen (dag Y). Wat betekent de opschorting nu voor het vervolg van de procedure?
“De samenstelling van de kiezerslijsten moet geen rekening houden met nieuwe indiensttredingen tijdens de periode van opschorting.”
Gevolgen voor de kieskalender
Het collectieve uitstel schortte de verkiezingsprocedure oorspronkelijk voor onbepaalde tijd op vanaf dag X+36. Dat betekent dat de indiening van de kandidatenlijsten door de vakbonden op dag X+35 (tussen 17 en 30 maart 2020) op dat ogenblik de laatste te vervullen procedurestap was. Intussen werd de procedure opnieuw hervat tussen 23 september en 6 oktober 2020, met een nieuwe dag X+36, berekend op basis van de oorspronkelijke verkiezingskalender.
Gevolgen voor de kiezerslijsten
De opschorting heeft verschillende gevolgen voor de kiezerslijsten.
Wat met werknemers op de kiezerslijst die de onderneming tijdens de opschorting hebben verlaten?
Coronacrisis of niet, het is altijd mogelijk dat werknemers die op de kiezerslijsten staan op dag X, niet meer in dienst zijn op de dag van de verkiezingen zelf.
De wet laat toe om die kiezers te schrappen. Hiertoe moet de ondernemingsraad (OR) of het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) op dag X+77 (tussen 3 en 16 november 2020) met eenparigheid van stemmen beslissen om de uit dienst getreden werknemers van de kiezerslijsten te schrappen.
Bij ontstentenis van een raad of een comité beslist de werkgever met akkoord van alle leden van de vakbondsafvaardiging.
Wat met nieuwe indiensttredingen tijdens de opschorting?
Werknemers die op de dag van de verkiezingen minstens drie maanden tewerkgesteld zijn in de onderneming, worden in de kiezerslijst opgenomen. De regel is dat de kiezerslijsten op dag X worden opgesteld.
Dag X valt normaal gezien precies 90 dagen voor dag Y (de dag van de eigenlijke verkiezingen), maar door de opschorting van de procedure is de periode tussen dag X en dag Y veel langer geworden. Daardoor kan het gebeuren dat er tijdens de opschortingsperiode nog werknemers in dienst zijn getreden die tegen november een anciënniteit van drie maanden zullen hebben. De wet van 4 mei 2020 bepaalt echter dat er voor de kiezerslijsten geen rekening moet gehouden worden met nieuwe indiensttredingen tijdens de periode van opschorting.
Wat met de tweede anciënniteitsvoorwaarde bij uitzendkrachten?
Uitzendkrachten kunnen onder bepaalde voorwaarden ook stemgerechtigd zijn. Eén van deze voorwaarden is dat zij tussen dag X en dag X+77 minstens 26 werkdagen tewerkgesteld moeten zijn in de onderneming. Door de opschorting van de verkiezingsprocedure is deze periode in de praktijk uiteraard een stuk langer geworden.
Volgens de wet van 4 mei 2020 moet er voor deze anciënniteitsvoorwaarde bij uitzendkrachten echter geen rekening gehouden worden met werkdagen tijdens de schorsingsperiode.
“Wie niet voldoet aan de oproepingsvoorwaarden riskeert dat de verkiezingen nietig worden verklaard.”
Gevolgen voor de occulte beschermingsperiode
In sommige situaties zijn kandidaten bij de sociale verkiezingen al beschermd tegen ontslag nog voor hun kandidatuur door de werkgever is gekend. Die zgn. occulte beschermingsperiode start op dag X-30.
Intussen zijn de kandidaten die op dag X+35 (tussen 17 en 30 maart 2020) zijn voorgedragen, gekend. Maar ook na dag X+35 loopt de occulte beschermingsperiode nog verder voor werknemers die als vervanger van een kandidaat op de lijst worden geplaatst. Tot X+76 kunnen de vakbonden, die een lijst hebben voorgedragen op dag X+35, na raadpleging van de werkgever immers in bepaalde gevallen een kandidaat vervangen.
De wet van 4 mei 2020 bepaalt echter dat deze beschermingsperiode niet verder doorliep tijdens de periode van opschorting. Hoewel de procedure pas op dag X+36 werd hernomen, is de occulte periode voor eventuele vervangingen van kandidaten al gestart op de nieuwe fictieve dag X, die viel tussen 18 en 31 augustus 2020. De occulte periode voor de eventuele vervanging van kandidaten loopt momenteel dus nog tot en met dag X+76 (tussen 2 en 15 november 2020).
De laatste procedurestappen
De laatste fase van de procedure voor de sociale verkiezingen, nl. de verplichte aanplakking van de samenstelling van de stembureaus op dag X+60 (tussen 17 en 30 oktober 2020), is net voorbij.
Nu volgen onder andere nog:
- de aanwijzing van de getuigen op ten laatste dag X+70 (tussen 27 oktober en 9 november 2020);
- de definitieve kandidatenlijsten op dag X+77 (tussen 3 en 16 november 2020);
- de overhandiging/verzending van de oproepingsbrieven op dag X+80 (tussen 6 en 19 november 2020);
- …
Ten slotte wijzen we op het belang van het oproepen van de kiezers. Die procedurestap is immers ook onderworpen aan een rist vormvereisten.
Zo moet de oproeping verplicht de volgende vermelding bevatten: “Om de afvaardiging die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen”. Bovendien moet de oproeping ten minste melding maken van de datum en de plaats van de verkiezingen, alsook van het stembureau waar de werknemer zich moet aanmelden.
Daarnaast moeten de werknemers op voldoende wijze opgeroepen zijn. De werkgever is verantwoordelijk om zijn werknemers op te roepen. Ten laatste op dag X+80 (tussen 6 en 19 november 2020) overhandigt de werkgever de oproepingsbrieven aan de kiezers in de onderneming.
De kiezers die op de dagen waarop de oproepingsbrief wordt overhandigd niet in de onderneming aanwezig zijn, worden opgeroepen bij een aangetekende brief. Zij kunnen ook worden opgeroepen door eender welk ander middel, bijvoorbeeld via e-mail, voor zover de werkgever een bewijs kan leveren van verzending van de oproeping(sbrief) en van ontvangst ervan.
Wie deze voorwaarden in de wind slaat, riskeert dat de verkiezingen nietig worden verklaard.
Vragen over de aangepaste procedure van de sociale verkiezingen 2020? Zoek je hulp bij de organisatie van de verkiezingen? Aarzel niet om de specialisten van ons ‘Social Legal’-team te contacteren: legal@bdo.be.
Lees ook ‘Het ABC van de sociale verkiezingen 2020’.